nog een nachtje slapen
nog een nachtje slapen
ik ben een beetje zenuwachtig
nog een nachtje slapen
wat zal ik nou toch krijgen
nog een nachtje slapen
ik wil het allerliefste
nog een nachtje slapen
zal het groot zijn of heel klein
nog een nachtje slapen
zal ik wel iets krijgen
nog een nachtje slapen
zal ik overal gaan zoeken…
voel je
de herfst in al zijn kleuren
wankelt nu al in oktober
straks november weer met storm
heb jij je dikke winterjas al gepakt
voel je
die bladeren om je heen steeds meer
verzamelen ze zich
alsof ze hebben afgesproken dat het nu
de tijd is
zie je
dat de kleuren van de bladeren verspringen
van goud naar geel en dan weer goud
het…
.
en de dichteres zei
met kinderen om je heen
kan je haast nooit een pen vinden
en de man zei
dan gaan er veel gedichten verloren
daarop zei ze niets
ze dacht dat hij gelijk had
anders kon ze niet
ze was eerst moeder
.…
missen
doet pijn
missen
zit diep
missen
is zo heftig
laat me staren
laat me huilen
laat me voelen
hoe het was
had kunnen zijn
hoe het
nooit
terug zal komen
het is voorbij
voorgoed voorbij
weg…
een gedenkwaardige dag
van water naar lucht
een dag van geboorte
van huilen van
schrikken van
bewondering
verandering
vernieuwing
van zijn
ik ben
ik ben geboren in de tijd
ik ben
jarig…
gisteren had ik je nog
in mijn hand
vandaag vloog je op
je gaat steeds hoger
nu wil je zelf
de wijde wereld in
nog even omkijken
nog even zwaaien
en dan op weg…
.
ik ruim de keuken nog wat op
ik zie mijn moeder gaan
ik pak wat op en zet het weg
ik zie haar handen aan
hoe zij het deed verleden tijd
wordt heden in de tijd
nu net als toen mijn handen gaan
als die van haar met vlijt
haar vingers zijn nu krom beleefd
haar handen zo vertrouwd
de mijne zijn nu net als toen
al moederhanden oud…
in de stilte van mijn wezen
in de stilte van de tijd
komt tot diepe zuiverheid
't wonder van niets meer te vrezen
met mijn ogen stil gesloten
deinend op mijn ademstroom
lijkt het net alsof ik droom
als een lied met open noten
in de diepte van dees stilte
is geen angst en geen paniek
is geen enkel mens meer ziek
is geen plaats meer voor…