de gedachte aan je stem
die over heuvels en zeeën vloog
naar andere landen toen je
vreemde vruchten proefde
en opgewonden raakte
van smekende vrouwenogen
altijd een muntstuk in je hand
het was al een herinnering
bij je krantje kopen
en kopje koffie op de hoek
toen later vroeger werd
van samen naar de bioscoop
mijn tranen en jouw zakdoek…
de weg schikt zich eindeloos
in neveldampen met
een bijna drooggereden spoor
na de bui
die modder spatte op de ruit
de zon bakt er kleibolletjes
de ruitenwisser
veegt bloedvlekken
van aangevlogen insecten
twee veren vegen mee
was het de blackbird
die zojuist nog
voor me uitvloog
of de raaf
die roadkill pikte
in de berm
op rood…