De klok
netgedicht
Een gaap, half open ogen
Nog slaap, het onvermogen
Een spier te spannen
‘k Ben hier gevangen
Onder je arm, geborgenheid
Het is warm, er is geen tijd
Je zachte huid die dwingt tot rust
Je slaapgeluid dat zorgen sust
Als grillig ochtendlicht is ingeslopen
Wordt wakker worden onderbroken
Geen Galathea vraagt meer te marren
Wie kijkt er nu…