dat je zorgvuldig een homp van mij
in het midden van het hakblok legt
tot ik mals en platgeslagen vraag
om ontleding met het scherpste mes
dat je olie op het vuur verwarmt
en sissend in het rauwe vlees
tergend traag zout in wonden strooit
of een slavenbrandmerk schroeit
dat je tandenbeet tot bloedens toe
sporen laat in mijn gemarineerde…
hij woont in mijn kamer
kleeft al een tijdje
aan de muur lijkt hij
een wolkje in mijn bestaan
op talloze pootjes
kruipt hij tussen koude kleren
met het vege lijf
of kriebelt langs mijn rug
ondraaglijk lijden wij
sinds ik hem stolpte onder glas
na een paar uur
geklaard en opgelucht
haalt hij eigenlijk adem?
beweegt hij trager…