Aan Johan Egberink
Boekelo op twee mijlen van hier waar
oom Jan Tolstoj las achter de ploeg. Zijn zoon
rijdt ons over zijn landerijen;daar licht groen
naast de kalkovens der koeltanks het sein
op dat de constellatie verraadt van
de alerte apparatuur. Het kalfje
slobbert uit een emmer, uit de weiden loopt
op zijn gemak het vee de loopstal…
De honderd steden met poorten 's nachts op slot.
In de grachten, tollend van vuil, roeit de bacil
van cholera asiatica aan. Venen tussen de steden
dof overstromend. Droge gronden hoeden jager en
herder. Aan de oostgrens rondom de dorpen weiden;
akkers met meekrap, vlas, hop, hennep. Laagveen
daalde in 't water af. Soms, in de mistflarden,…