laat vliegen, laat haar vliegen
de witte sluier met blauwe kraaltjes
naar het luchtruim van mijn geliefde Anatolië
laat gaan, laat zweven naar verre landen
met brandend verlangen
de geur van tijm, de geur van mint
de wilde rozen van het Taurus-gebergte
omhul mijn witte sluier met blauwe kraaltjes
met de sfeer die je meebrengt uit Ephese…
Dood.
Besta jij eigenlijk wel?
Ik daag je uit,
't is maar dat je het weet,
ik ken geen angst.
Jou vrees ik niet,
dood.
De hemelkoepel,
de sterren,
hun flonkering
ze hebben het me verteld.
Ik geloof in onsterfelijkheid.
Negen kinderen met negen diploma's.
Zoals mijn moeder rotsvast
dáárin geloofde,
zo geloof ik in de onsterfelijkheid…
wat heb ik moeten lachen vandaag
over de diepten van mijn lijden
zo blij was ik
van binnen
uit het diepst van mijn hart
terwijl mijn stille geest
klapwiekt over de oceanen
zonder te botsen
tegen de deur
tegen het raam
het plafond van mijn woede
zonder voorstelling van de dood
zonder na te denken
over de verslaving van de luxe…
Als de zomer zich terugtrekt
komt de herfst aan de deur,
- de vogel die een veer laat -
neerslachtig
Een windstoot werpt mij omver
ik voel mij ontredderd
koorts op mijn voorhoofd.
De wind spuugt als een slang,
giftige kou
in verlaten grachten
Zwarte wolken trekken langs de hemel
de geest is dwalend
Breng mijn zon terug
ik heb haar…
Wat doet daar deze woede, wat dit
gevecht op leven en dood, wat
dit stuurs gezicht, wie
is hier nu eigenlijk de leugenaar?
Is het waar
dat ik een gevecht met spiegels voer?
De oorzaak van de strijd,
dat gezicht van mij,
zal ten slotte, dat weet ik,
mij tot dichter maken.
Waarom dan, o waarom
heb ik toch steeds dat stuurs gezicht?
-----…