In jonge wijk van de oude stad gekomen
Waar eind'loos straat aan nieuwe straat zich reit,
En langs de banen steenloos geplaveid,
De nieuwe wagens zonder paarden stromen,
Gevalt mij vaak een vreemde droom te dromen
Door een verwisseling van tijd en tijd,
Dat zij, die 'k ging door 't lange leven kwijt,
Mij konden hier, weer levend, tegen komen…
Gelijk de droom eens kinds is, dat een dag
Van wandelen en spelen buiten stad
In zwoele zomer-hette heeft gehad:
Een uchtend, dat het landschap zonnig zag;
Een middag, dat de lucht gestapeld lag
Vol donkre donder-wolken, en 't kind mat
En drensend voort moest over 't zandig pad
Met in zijn oogjes stof en spinne-rag;
En in de spoortrein…
Ik leef in nacht, maar mane-schijn is buiten,
Die leeft in twinkelende vogelen-slag,
Ik zie hem schijnen door de onzichtbre ruiten,
Ik wacht, maar ik verlang niet naar de dag
Ondergedompeld wezend ganslijk, ach!
In dit zwart meer, o liefelijk geluid en
Wat uit zwart donkere spiegel òp komt fluiten,
Licht-lieve volk in wat àl duister…
Wat is dat toch een leventje van u,
Alles te doen met uwe kleine handjes,
Zo klein en fijn weglopende in de randjes
Der mouwtjes, die weghouden in schaduw
Uw armpjes, die zo warmpjes en zo luw
Ligge' aan uw lichaam; en uw kleine tandjes,
Zij knabblen al wat komt over de randjes
Van uwe…
En onder 't zuiver-gele gas-licht blozen
Blanke arme' en halze', en glanst het gouden haar,
En kruise' of spreiden zich in roze hozen
De fijne slanke benen, paar naast paar.
De blouse' omsluite' in veler-hande posen
De lichamen, die groeiden jaar en jaar
Tot schoot en boezem konden voede' en kozen
Wat in haar groei' met pijn en lijfs-gevaar…