er staat een roos
voor mijn deur,
glimmend geel
zij klimt roekeloos
ruikend een etage hoger
er staat een sering
voor mijn deur,
prachtig paars
zij bedwelmt mij
geurend naar mijn werk
en daaronder staat stiekem
een stinkende gouwe
ook voor mijn deur…
dit is een verdrietig gedicht
ik zag, zojuist, mijn spiegelend gezicht
waar de jeugd, met een enkele puist
haar jonge jaren onbevangen vlagt en wimpelt
daar weent mijn huid, het rimpelt
ik ben niet meer die schone Heleen,
begeerd door geile Grieken
bedroefd, gegroefd wend ik het gelaat af
misschien kunnen mijn krullen u verlokken
men zegt…
ik hoor je vogelkijn
ik zie je niet
want je bent zo klein
trouw aan vrouw
aaneen gevleugeld
voed jij je kinders
nauwelijks gewicht
in de schaal
maar je piept er
wel op los…