jij blaast woede door
kleding in de kast vult
gaten en naden met pijn
die je hecht met scherpe naald en
ijzergaren rijg je wonden
aanéén tot de laatste
druppel bloed uit je
lekkende hart zich heeft vermengd
wachtend op wat verder leeft
en erbij komt liggen…
het dekbed opgevuld
doorgestikt met pijnnaden
en opgedroogde tranen
je hangt het elke morgen
uit het dakloze raam
om door te luchten
met frisse wind
de beklemmende lucht hangt
als een ijzige koude winternacht…
ze waren vergeten
dat je verjaardag drie dagen
later zou zijn
zonder ons te laten weten hadden
ze jou te logeren gehaald
de cadeautjes waren vergeten
lagen nog in de kast
nu vieren we samen
jouw verlate verjaardagsfeest
wij hier beneden
jij boven jou mooie engelenfeest…
bibberend van angst
moed en tranen staken uit je zakken
lekkend vanuit de ooghoeken
keek je me smekend aan
de uitgedoofde vlammen
met ingebeitelde wonden
schaven helpt hier niet
balsemen van zachte woorden
verlichten geen pijn van
krammen diep ingeniet…
ogen turen onzeker
op onbekend terrein
met zwakke enkels
betreed ze de oneffen wegen
niet wetend welke afslag
ze bij de kruising zal nemen
slaat haar gewonde vleugels uit
laat zich meevoeren
op de zachte melodie van de wind
het donzige lied van de wolken
zacht en teder wordt ze geleid
om genezing te vinden…
vanmorgen
toen ik wakker werd
was alles
een paar centimeter
verschoven
je zag het niet eens
maar toch de poten
waren van slag
de voetstappen
die ik zetten wou
lagen al voor de deur
de dag
stak zijn stekels uit
was me al
aan het behoeden
voor wat nog
gesluierd…
de ondergaande zon
glanst over de waterlelie
die haar blad laat hangen
grassprietjes buigen onder
snoeren regenkralen
waar onzichtbare vogeltjes
elkaar oppiepen in de ochtendmist…
doe de luiken van het
leven dicht klop 't
even op leg het teder
neer op bed strijkvrij
om op adem te komen
ontwaak in het ochtendlicht
om verder te dromen af
te stoffen en glad te rimpelen
de ruwe kanten van het leven…