Ik zie ze gaan, met de vermoeide tred
van hen die moedeloos-ontkrachtigd leven,
die nooit op banen van manmoedig streven
een veerkrachtige voet hebben gezet.
Ik zie ze gaan, met de slepende gang
van wie niets wacht, na de doorzwoegde uren,
dan even 't kort opflikkren van de vuren
der lust, en weergalm van haar rauw gezang.
Ik zie…
't Is nu de kentertijd
dat de vrouw naar nieuw levenswater glijdt;
diep water, waarin bare' als Bergen klimmen;
wijd water, en ver aan de verre kimmen
verwaast vredes zacht-bloeiende kust.
0 Maatschappij, gij zee, die kent geen rust,
uit de luwe kreken van het verleden
zwemt de vrouw naar uw ruwe machtigheden.
Het is nu ook de tijd…
ik heb de stilte weder liefgewonnen:
een korte poos was ik van haar vervreemd
maar nu heb ik opnieuw haar liefgewonnen
ik mag weer drinken aan haar klare bronnen
en zwerven door haar schaduwbeemd.
weer gaan haar dromenlanden voor mij open
waar bloeit het kruid van de herinnering
door haar zachte geuren omdropen
weet ik nauwelijks hoe de tijd…