De week die zeven dagen stilte scheurt
En lang in mij de uren telt
Met het heelal de grens, dit bekende hoofd
Tot gestalte verwant. De mummies van de adem
Onwaarschijnlijk in het kruis van geen besef
Onder dezelfde tong herkend de uiteinden
Van lichaam en haat, de wazige naald
Dodelijk, lesbisch aan mijn lichaam.
De late eenvoud van de meester…
Zo sta ik buiten de gedachte
Met dit besluit
Dat bij mijn leeftijd past
En onderga, nauwelijks
Na éen jaar opnieuw
Iemand die niet alles achterliet.
Ik neem haar in dezelfde kleur
En verdeel de vreugde van mijn vreugde
Haar leven dat zij leeft, haar geloof in mij
En mijn geloof in haar.
En nooit uit de twijfel
Nooit uit de liefde, nooit…
In het liefdeloze landschap van mijn eenzaamheid
Heerst geen beweging die mij bedaart, geen rust
Die mij troost of afmaakt als een eerstgeborene.
Hoogmoedig vertaalt mijn bloed de tekens,
De flitsen over het wrange water van weleer,
En draagt de eigenschappen van hem
Die zelfs de pijnen van november schuwt.
Ellendig, lijf en droom ontkennend…
Ik treur niet, geen tederheid trekt mij aan
Geen lichaam kan ooit het mijne voelen
Geen ander oor mijn verwarring, mijn onrust
In de sprakeloze plaag van de taal.
Dagelijks en dodelijker verkrampt mijn wereld
In de vreselijke vertakkingen van de pijn.
Ik heb het laatste boek gedragen, van rechts naar links
En met al…