Omdat ik aldoor zou denken dat
het de laatste kan zijn, maak ik
geen grote reizen meer.
Ik doezel dicht bij huis wat rond,
te voet of op de fiets. Naar de
boswachter en terug. Meer niet.
Misschien betrap ik de waarheid nog,
die immers niet ver verborgen ligt,
alhoewel oneindig diep.…
Op deze witte muren druipt geen ander vocht
dan van de witkwast, oh, zo zuiver.
Ik houd van smetteloze muren, waarop
geen nostalgie kan schuren.
Er is al zoveel ongans en weerbarst,
opsmuk en tegenspraak, zoveel
hangplaats ook van halfgoden.
Nee, ik zal niet gauw verzuren
tussen maagdelijke muren.…
Hij werpt zich in de baan en
moet onmiddellijk handelen,
als hij van rijbaan wil veranderen.
Iedereen holt, niemand staat stil.
De tijd om uit te kijken, krijgt hij
niet, laat staan zich te bedenken.
Hij richt zich op de borden, die
wijzen in de juiste richting en
zwaaien als bezorgde ouders.
Hij ziet ze enkel in een flits en
slaat…