Ik liep tegen mezelf op.
Mezelf vroeg wat gaat er om in jou kop?
Ik keek haar aan maar zei niets.
Mezelf zei: hallo ik vroeg je iets?
Ik liep door, wou haar niet kennen.
Maar ze begon achter me aan te rennen.
Mezelf haalde me in en zei: je kan niet meer weglopen.
Wat deed ik? Bleef maar op een wonder hopen.
Ik zei: ik ben er nog niet klaar…
alles kunnen ze staven
maar ik rijd op een vleeshaak
kauw klaver en mompel
'Bewonder de lucide boreling
die zich met diatonische zang
ijlings aan de navelstreng verhangt'
vergeef mij, Spinoza en Heidegger
maar ik hoor liever proza
van een wauwelende kasseilegger
---------------------------------
uit: 'Stil de grain jaune', 1989.…
ik ween
zoals de haan kraait
als het ochtend wordt
mijn oog
een diamant zonder karaat
mijn stem
een klank zonder toon
en rondom mij
niets dan schoonheid
zo ik een tak was
terstond liet ik mij afzagen
----------------------------
uit: 'Gedichten', 1981.…