Waar zouden we gaan
als we hier niet waren
om dichter tot elkaar
te bestaan
om te spreken
en sprakeloos te zijn
om te horen
en verlicht te zijn
om ons een eigen
beeld te vormen
en het te plaatsen
aan die van jou
het in koude klei
te kneden en klinken
tot onze gronden
hier bezinken
om gemengde aarde
te zijn…
In de maartzon
zag ik je
wuivende haren
hoorde ik je
kleine schater
We liepen de
natte landen in
en stapten door
het oude bos
We liepen de
buitenhuizen voorbij
en stapten de
singels in
Je gaf me
je mandarijn
je gaf me
je lach…
Dit zuur van
wat gras was
was het
Soms loop ik er
weer op
maar de grup is leeg,
los hangt de ket
Probeer ik
op te vegen,
tastbaar te maken,
wat buiten nu staat
Probeer ik
plaats te geven
wat plaats verloor…