een hoge parasol, een witte
weerkaatst de zon maar laat het natte door
de regen regent, druppelt langs de voet
de zon is nu geen zegen maar versteekt
zijn warme gloed maar hopend blijf ik zitten
de parasol, ik heb hem eens gekregen
hij valt me tegen, smaakt me bitterzoet…
hoe lang duurt het voor je
niets meer voelt en niets
meer denkt tot je
leeg bent, geen gedachten die
je slepen naar een wereld
die je ongewild goed kent
tranen helpen dan niet meer
je wilt er zelf niet aan, maar
ondertussen weet je zeker dat
je echt niets kunt verstoppen dat
het, hoe je ook zou willen,
daarmee heus niet weg zal gaan…
ooit fluisterde het in mij
heel even als het trillen van een
blad bewogen door de wind
zo zacht het voelde als de lente maar
nu schreeuwt het diep in mij
het schudt en straft zoals de
wind nog voor de winter waait
ik weet: oktober zal ik nooit
vergeten noch mijn kind
dat met de storm vertrokken is
in stilte…