mijn moeder riep
de fluitketel fluit,
zet hem lager
of zet hem uit
mijn moeder zei
de kachel staat te hoog,
zet hem lager
en ik antwoordde,
hij staat al op de vloer
het rijmt soms
behalve om half twaalf
hoewel ik door een ongeluk
belandde op zaal F
fluitketel en kachel
bestaan niet meer
humor op een laag pitje,
de kool is gestoofd…
toen wij elkaar ontmoetten
sprak verbazing boekdelen
immers, herkenning
roept geen vragen op,
maar wel, waar was jij
al die tijd die plots
niet meer verloren leek
een litanie aan woorden voorbij
een oogwenk voldoet nu
een glimlach oogt bekend
en een enkel woord
schenkt vertrouwen
wij sloegen een fase over
berustend in wat niet kan zijn…
stellige scribenten
fervente columnisten
vervelende communisten
soldaten in tenten
presentatoren die
alleen zichzelf horen
tanks aan het front
jeuk aan mijn kont
ik ben even
mezelf aan het beleven…