Als ik toch ooit …
Ik durf niet te hopen.
Ik zal wel nooit
innig naast je lopen,
hand in hand,
arm in arm …
Wanneer ik met je praat
op de hoek van de straat,
hoop ik stiekem
dat vóór ons ‘doei’,
zonder protest of geloei,
onze ‘koetjes en kalfjes’
stilaan
zoetjes
overgaan
in een lange,
oneindige zoen.
Ik zou er een ‘moord’…
Zo graag...
jouw hand in die van mij.
Zo graag...
je armen om me heen.
Zo graag...
zou ik je willen zeggen...
..........................
Maar...
ik,
ik durf niet,
ik val stil.
Zo ben ik niet.
Ik wil..
zo graag
tegen je zeggen...
.........................
Ik hunker,
ik verlang,
maar
ik ben zo
ontzettend bang...:
jouw koele blik…
Overgang naar strand:
plaats waar hoop en verwachting
dwingen
het fiere duin te trotseren.
Duin:
verzekering der duurzaamheid
van 't achtergelaten land.
De top is ver, het zand is los,
slechts voetstappen
zijn lokkende sporen,
die de weg wijzen
naar opwindend lawaai:
spelende kind'ren
die vrijheid doen horen.
Achter het…