Ik ging als wonderdoener door het land.
Een prinselijke houding was mij wel gegeven
en 'k maakte ondertussen heel wat leven -
als zoon van God was ik een Heer van stand.
En toen mijn laatste pose was gedaan
riep men: de Heer is waarlijk opgestaan.…
De houder van een stadstaat zonder jeugd,
de vader van een land vol halve mannen,
heeft voor zijn reis al uitgewerkte plannen:
hij gaat naar Albion, als hoeder van de deugd.
Op basis van een godvergeten boek
gaat waanzin hier vermomd als staatsbezoek.…
Die lei, die moet vandaag nog schoon.
Ik boen, ik schrob, ik schuur, ik sop.
Ik zit niet bij de pakken neer.
Ik pak ze uit. Ik berg ze op.
De stallen worden uitgemest.
Ik stoom me warm. Ik was me koud.
Het sist, het schuimt, het reinigt, ruimt.
Op alle slakken leg ik zout.
Ik heb mijn straatje schoongeveegd.
Alleen die beerput staart me…