De vrieskou hangt nog in de lucht,
mijn adem zweeft zichtbaar voor me uit.
Toch is de winterse grens gevonden
en de lente wordt zachtjes ingeluid.
Als aarzelende voeten
betreden vroege bloemen het voorjaarspad.
Even stilstaan en zwijgend groeten,
terwijl de cyclus wordt hervat.…
Onhoudbare levensdrang.
Vastbesloten naar een hoger plan.
Geborgen nog in crêpepapier
Ontvouwt de tijd een wonder.
Geen aarzeling of angst voor groei.
Het leven is bijzonder.…
Twee verliefden.
Een spoor van wit in ‘t zand.
Wolken boven het water
trekken voorbij aan dit winterland.
Even één zijn met de kou.
Totdat de zon het zicht doet smelten.…