Ze zijn er,
ze borrelen en bruisen,
zoals de wervelende bruisigheid tussen de mix van een bruistablet
en een bruisbadbol in een kolkende rivierstroom,
Schitterflikkerende nevelsterren flonkeren snuitguitig op mijn snoet,
wat 'gevoeltjes' al met iemand doet...
één steelogenblik lang vang ik de zachtwimperige lievigheid uit je…
Knarsetandekoude snijdt door mijn
tintelhuid, verwarmd door mijn
verwardhart. De zilte lucht van
de wilde zee vervult mijn verstilde
gedachten met zekerheid
Jij bent hier het drijfzand
waarin ik mij graag laat verglijden
ik laat me verstrengelen
Me toegewijden
Het schuimkopwater bruist door
mijn oren, zo ook
jouw streelzachte stem…
Zoals een pluizige prikharige rode franjesjaal die te strak zit rond je hals,
Zoals de wilde waterbaan waarvan je gaat tollen totdat je niet meer weet wat hemel of aarde is,
Zoals de lift die plots niet meer van grond wil,
Zo voel ik me zonder jou...…