Waterig trekt stilte
langs tintelend slapen.
IJl flankeren
van rechts
noch links.
Haastig zwermt zich
wat waar is en daar
en hier steeds.
Hijgt vooruit en
duwt vlijend
in argeloos passen.…
Waar achteloos het staan begint,
rustend aan de achterzijde.
De zelfkant lonkt mijn liefde vindt,
een wederzijds beminnen vlijde.
Stilzwijgend diep het fluisteren,
op buikhoogte keerkant binnen.
Borrelt zeer waar schijnbaar luisteren,
mijn liefst verstaan beginnen.
Vervliegt in adem ruimteloos.
Zwermt armen ver vooruit.
Hijgt nauwelijks…