Dat mijn zijwiel fiets een motor was
En ik met die veer indiaan
Dat ik duizend-talig was
En dat iedereen me kon verstaan
Dat ik toen de beste was
En gouden bekers kustte
Dat ik bijna Jezus was
Nooit een moment ruste
Dat ik Meneer Cactus was
Drukker bovendien
Dat ik sneller dan Ritsma was
Ze had het niet gezien
Dat ik een schilder…
Nu de zon niet meer opkomt
En de stemmen kijken weg
Zo mooi als alles toen begon
Op die grote blauwe berg
Toen waren we vrienden
Zwart, wit, paars en rood
Dit is wat we verdienden
Nu zijn we allemaal dood…
Maar goed dat ik niet onsterflijk ben
Want dan zou ik vergeten
Dit schoolplein, deze boom
En als ik dan driehonderd was
Mijn verjaardag
Het is goed dat ik ooit doodga
Dan is er een ding zeker
De rimpel in mijn oude huid
Zal de kleur altijd onthouden
Van je ogen
Als de zon de laatste keer
En mijn film begint
Elke scène op het plein…
De wind blaast in je oren
Rare woorden, mooie kleuren
Je fietswiel meld je piepend
Dat het koud is in de schuur
Het diep heeft diepe rimpels
Elke boot weer een verhaal
Een vergeetachtige kapitein
Kabbelt rustig voort
Het konijn springt uit een hoed
De aap komt uit een mouw
Brood uit je hersens
De eenden jamontbijt…
Elke rimpel zo verdiend
Op uw hoofd en op uw handen
Minuten o zo traag
Vroeger veel te snel
De oorlog en uw man
Ik hoor het voor de tiende keer
Alles beter dan nu
U geen spat veranderd
De dood ligt op de loer
Je weet dat het zo stopt
Iedere wijsheid al gebruikt
Ja ik doe weer voorzichtig
Ik ben van u gaan houden
Ook al ken ik u niet…
Ik pluk de vlinders uit de lucht
Ga zwemmen in de oceaan
Het stille aapje op mijn rug
Speelt het mannetje van de maan
Ik blaas de zorgen uit je hoofd
Ik vang een engel als ze valt
Ik geloof dat ik je wel geloof
In je ogen hopeloos verdwaald
Als jij met mij gek wil zijn
Samen knettergek wil zijn
Dan samen echt te gek te zijn
Gewoon jij…
Als de duivel
Met de staart tussen de benen
Als een hond
Geslagen door zijn baas
Als een vluchteling
Met hoop onder zijn armen
Als een rode roos
Verdord in zijn vaas
In een T-shirt
Op een vieze korte broek
Tot de knieën
Voor een gouden beeld
In stinkende modder
Verlaten door zijn hond
Troosteloos herinnerd
De foto’s vergeeld
Op…
Als het meisje met de bloemen
Haar onschuld aan de koopman geeft
Als de bijen stoppen met zoemen
En voor het laatst de muziek het begeeft
Als de schilder het fluiten staakt
De soldaat het vuur kan horen
Als de eeuwige slaper ontwaakt
Dan is alles verloren…
Je probeert me wat te zeggen
Met je tong half uit je mond
In je rolstoel uit te leggen
Dat het komt zoals het komt
Voor de 1 ben je zwakzinnig
Voor de ander teddybeer
Er knaagt mij iets van binnen
Je raakt me keer op keer
Voor geen geld wil ik je missen
Voor geen goud wil ik in jouw plaats
Zal god zich weer vergissen
En ik ben niet eens…
Zo een trein rijdt best wel snel
Dus op zich heel efficiënt
Ja je poging lukt hier wel
Zolang dat kreng niet remt
Zo een flat is best wel hoog
Dus op zich een klasse plek
Je vindt beneden vast de dood
En het uitzicht is te gek
Een flinke lus zit in het touw
Je hangt aan het plafond
Je hebt het wel benauwd
Met je voeten van de grond…