I. De trui
Ik heb haar nog bewaard,
die goede oude trui,
waarin ik kon schuilen
voor wat dan ook voor bui.
Soms gaf ze een omhelzing,
haar mouwen om me heen;
alles wat te strak zat
verloste ze meteen.
Ik zal haar blijven koesteren,
hoewel ze niet meer past,
ligt onder in de lade,
in mijn speciale kast.
II. Winteren
Ik winterde…
Ze keek eens naar zichzelf
door de ogen van een ander,
en in één ogenblik
zag ze dat ze blind was.
Ze luisterde eens goed
met de oren van een ander,
hoorde dat wat ze zei
eigenlijk niet haar stem was.
Ze dacht eens bij zichzelf
“ik denk eens bij een ander”;
ze schrok van haar ideeën
die haar waren gegeven
Ze kwam zichzelf daar tegen…
Onderstroom
Rob Wassenburg
⸻
Onderwater
Haar blik
verdronk in de menigte
en dreef af.
Happend naar adem
zwom ze
naar een eeuwige ontmoeting.
Overspoeld
door golven van liefde.
Maar door de onderstroom
strandde ze
op drijfzand.
Het tij keerde,
ebde weg
en brak haar verdriet
op een rots in de branding.
De wind was razend…
Nacht
De sluimerende maan
lardeerde de nacht met melancholie.
Onder het fluisteren van sterren
flaneerde de stad in de parade van kroegen.
Haar meanderende rivier
schraagde het bruisen
van lachen en lallen,
gehuldigd door beuken
in de stormende jeugd.…
Meanderend in maalmist
dolend in het dwaaldonker
waait de wanhoopswind
over mijn gedachtegolven
Een zwaarzwarte ziel
drukkend duisterdiep
lamleeg lichaam
zinloos zijn
Schertsschaduw
schelschimmend
laat mij los
en vrij…