ooit misschien
zal ik jou strelend lezen
met mijn vingertoppen
over heuvels en dalen
dan zal ik jou anders zien
als jij niet meer zal vrezen
terwijl ik zonder stoppen
over jouw lichaam zal dwalen
ooit misschien
zullen wij elkaar ontdekken
hou ik dan ook mijn adem in
naast jouw kloppend hart
dan zal jij mij anders zien
als ochtendstralen…
grijp wat groen
van dwarrelende bladeren
tussen kalende bomen
in een herfstseizoen
Schraap een beetje blauw
van de stapelwolken hemel
versierd met slaande vleugels
in de parelende ochtenddauw
proef wat geurig lippenrood
van jouw knuffelende vrouw
met die ongesproken woorden
van liefde intens groot
pluk elke dag
kleur haar onuitwisbaar…
de illustere raaf
spreidt zijn vleugels
over de dampende mist
die de afgrond verbergt
en ik graaf, ik graaf
op zoek naar de teugels
onder mijn doodskist
die mijn leven tergt
tot ik met de eenhoorn
de nachtmerrie verleid
zal ik elders verdwalen
in het nergens van ooit
bloeit de enige doorn
in het oog van mijn tijd
als het de droom…
met mijn stil schrijven
schenk ik jou elke kleur
waar elk woord vloeiend
op gelijnd wit zou drijven
het zachte blauw
van een zomerhemel
het natte grasgroen
in een ochtenddauw
een rode roos
zonder doornen
wat goud en zilver
in een hartendoos
met de kleur
van liefde…
het eerste vale goud
van de rijzende zomerzon
die zich traag ontvouwt
aan de vage horizon
kleurt het leeg zwart
van een schaduwloos,
de nacht; een onhoorbaar smart
als bloeit de rode roos
alsof doornloos dankbaar
onder een vochtig deken
van dauw ochtendklaar
over de wind haar streken
vinden wij geluiden
van de zingende natuur
gestuwd…
"ik heb lekker geslapen, papa"
stamelt mijn kleine rakker
gevolgd door een mondwijd gapen
hij is nog niet helemaal wakker
"goedemorgen knappe zoon,
het wordt een prachtige dag"
zegt papa op liefkozende toon
met een knuffelende glimlach
"ik maak je een boterham klaar
maar ga je eerst maar wassen"
tegenpruttelend zegt hij bijna "maar…