Teder
als een vlinderziel
in het witgewaad
van de langste nacht
streek geruisloos neer
haar lichte lot
en verborg zich
in de lijnen
van zijn hand
Nooit eerder
voelde hij zozeer
de zwaarte
van een stil
versterven
Vrij
zocht hij toen
te staan
en in de schaduw
van Saturnus en maan
boog hij het hoofd
en kuste haar…
Hij zag licht
en vuur in haar wilde wezen
wilde het vuur in haar
wezen strelen
en wilde wezen
in haar licht
het licht
van haar vurig wezen
stelen, nee roven
om het licht van
zijn eigen wezen
te doven
en het wilde vuur
te ontsteken in hem
om haar lieve licht
te strelen.…
Zijn ziel verzand
in stilte
gestrand
vond zij hem
aangespoeld
met het laatste licht
van de wassende maan
in zijn ogen
een vreemd gesternte
gegraveerd in zijn rib
haar Naam
in vergeten tekens.…
Nu
nog levend
lava
haar bloed
zal zij
beslist
ooit, ergens
-god weet waartoe-
tot mijn argeloos hart
weerkeren
verdicht
wellicht
tot roodgeronnen steen
van bliksemend basalt
of bloedrobijn -
een angstaanjagend
amulet
om demonen
te bezweren.…
Kom gauw mijn éne engel
en tweeling
mijn koudzweet en koorts
talmende toorts
van de naakte nacht
dolend
in de crypte van creatie
laat god en gratie
alle schuld en schroom...
Dien niet langer
jouw verdwaalde droom
en kom liggen zij aan zij
Maar alvorens wij
ons droeve doodskleed
schikken
open de gordijnen
en laat alle…