op een avond keek ik uit het keukenraam
een veertje zweefde voor de verlichte maan
en dwarrelde naar een fleurig kasteel
toen botste ze tegen een lieve minstreel
en verdronk bijna in een spraakwaterval
ze fladderde naar buiten als een skippybal
tijd voor een winterslaap, tijd voor rust
tot in de lente de Prins haar wakker kust
ze danste rond…
Was het maar morgen of gisteren of nooit.
Ik kan niet slapen.
Kon ik mijn hoofd maar in mijn bed begraven.
En niemand uitnodigen voor de plechtigheid.
Was het maar toen of straks.
Of een keer dat ik wel kon slapen.
Kon ik maar wegzakken door mijn matras, door de grond.
En geen mens tegenkomen.
Was het maar soms of later.
Was het…
Veel te vaak heb ik het geprobeerd
Even vaak is het mislukt
om gelukkig te zijn met een man
ik had nooit gedacht dat ik dat kan
Ik denk dat ik hem heb gevonden
zomaar, uit het niets, ineens
Wij gaan door naar de volgende ronde
vanaf nu ben ik nooit meer alleen
Op mijn werk, onderweg en overal
denk ik aan jouw lieve glimlach
Je mooie…
Niet bitter, niet eenzaam
het is waarvoor ik me schaam:
Ik ben verlegen.
Mijn ik ken ik niet
mijn ik verschuilt zich
achter mijn vlees en bloed
Het ontbreekt me aan moed.
Wat moet ik zeggen
tegen mensen die ik niet ken
Hoe moet ik uitleggen
dat ik verlegen ben
Ik wil me niet opdringen
maar wil wel meezingen
Het is zo moeilijk
om het…