Zomaar
netgedicht
Toen de nacht nog vol beloften was
(je lippen zacht, een stil gezicht)
en er zich uit onze liefde
hevige verlangens hadden opgericht
(en ik mij reeds in tweevoud waande)
Toen de wind zich door de muren drong
om onze naaktheid te doen beven,
wenste ik met jou niet groots
maar ontzettend KLEIN te leven.…