De Dijk
netgedicht
Waar land langzaam loopt
Ten eind’ en ergens
Ver vooruit haar vorm verlaat
Daar waadt in’t wilde water
Een gestalte
Met grijs en grauw gelaat
Die eeuwenoude eenling
Die kromme reuzenrug
Hij gebaart de golven
Vlug te keren terug
Waar land langzaam loopt
Ten eind’ en ergens
Ver vooruit haar vorm verlaat
Daar waadt in’t wilde water…