Zachtjes komt de stilte op mij af
als zat ik erom verlegen
In mijn ogen een milde straf
waarin ik mij voel genegen
Zelfs de herfstige storm
kan deze stilte niet doorbreken
Maar de wind in mij giert enorm
om mijn ongenoegen te wreken
Ach stilte,
je hoort het strijdgewoel toch niet
De warmte maakt plaats voor kilte
en het is alleen de stilte…
Losgeslagen tongen
en
Scheve ogen
Welkom in de slangenkuil
Woorden die zijn gelogen
Vanachter de wolken klinkt gehuil
Een roerloze mond
en
Een heldere blik
Welkom in dit kalme oord
Dat ben ik
Stilletjes wordt mijn gebed verhoord…
Gevangen in het daglicht
kijkt zij om zich heen
Zij voelt zich niet geborgen
haar hart lijkt van steen
Bekeken worden met argusogen
maar toch niet echt worden gezien
Zij voelt zich hier niet veilig
is zij een vreemde eend in de bijt misschien?
Zij wil alle liefde die zij bezit geven
maar wie wil er ontvangen?
Haar liefde blijft stromen…
De juiste waarheid heb ik gevonden,
ik laat haar nooit meer gaan
Een oud proces heb ik ontbonden,
hoe wezenlijk anders is nu mijn bestaan
Mijn hart klopt door, zoals altijd,
mijn adem beroert het leven
Ik voel me vrij, niets dat ik vermijd,
het voelt goed om mezelf te vergeven
Hoe kan dit verdriet toch zo bijzonder zijn,
soms maakt pijn…