Dat onwetendheid slaapt
en kennis kwelt
Dat leugens worden geboren
in de schoot van de waarheid
Dat enkelingen wegkwijnen
en samenhorigheid sterkt
Dat haat woekert
waar men liefde ontbeert
en twijfel ebt
bij vloed
Dat ijdelheid
het embleem is der dwazen
Hoe afgunst de oogst is
van onkunde
En dat vriendschap als liefde is…
Daar
waar het bier schuimt
en verdriet
versmoort
op de barkruk
aan de toog
Daar
waar een thuis huist
en sappige vertelsels
smeulen
in de ziel van de waard
en zijn warme stem
Daar
waar de dronkeman
zijn hart lucht
En na
diepe zucht
de mop van z'n leven hoort…
Waar wortels knagen
en water kabbelt
Waar schoonheid
behagelijk siert
Waar vroeger nu is
en vandaag regeert
Het is fijn
in mijn stad te zijn
Waar markten bruisen
Schoonheid aanschouwend
Torens nog echt zijn
en mensen zo klein
Mijn stad
Mijn thuis
Mijn spiegelbeeld
Voor
en na het slapengaan…
Dieren
zijn
Oordeel noch twijfel
Zij
voelen
wat stilzwijgend hoort
en kennen haat noch verraad
Ze denken niet
Zij weten
Ze horen
want ze luisteren
Ze lachen
als je goed kijkt
Ze huilen
want ze voelen
Alleen
Ze praten niet
Vandaar het mensdom…