Jij vederlichte nimf
straal engelenpis
over mijn kleffe lijf
Prik mijn ogen uit
met je onnatuurlijke
schoonheid
Snij mijn ziel en
splijt mijn twijfel
verdeel mijn resten
onder de in liefde
minder bedeelden…
Dansen zullen we
op de graven.
En huilend bij de kist
zeiken op elkaar.
Dat een ieder een
ieder ook mist.
Resteert nog de
meewarige erfenis
van de last,
de schuld,
en de leegte…
t is eindelijk
de dope
die als een zwerver
mijn bloedbaansteeg
verovert
en zacht ween ik
bij het gloren
van een nieuwe dag
vol heerlijke leegte
o leven
genot
en sst
zzzzzzz
zzzzzzz
zzzzzzz…
prijsbedel en kwijtzweer
achteroorgraver
zwijmelt op ledigoor
en breedsmalspoor
niet
pastoorkamer kledigt
de ledigheid
met rabijnraadsel en
kruisspook of
hoopzweef en
angstdrang
geloofverdoving
maakt huppelvreugde
en bestaansdoel
posgevoel…
zwetsdansen als geliefden
op terrassen vol passiehaat
en echte liefde
voor parelstraat
pisstraal de agendadagen
vol
met hartjeswolken
en schapenkolder
vreugdheuvel en
genotssnik
kus me…
De zinnen van een schrijver
zijn al voor de geboorte dood
ze worden enkel kleiner
en minder devoot
De zinnen van een schrijver
zijn immer onbevredigd
het is
hoe hij vooruit kijkt
en zijn schamele geest ledigt
De zinnen van een schrijver
zijn altijd onbeschreven
het papier is witter dan wit
de tragiek van zijn leven
Een zinloze schrijver…