wat kraakte de loopplank
en prachtig de schepen ze zingen en kreunen
ze zeggen het weer
aan jonge geliefden
die likken als honden
zij lusten er pap van wat willen zij meer
aan slammers poëten
die schrijven op armen
over billen en borsten over tepels en teer
aan ouden van dagen
die zochten niet vonden
de dood onder ogen en pijn van…
had ik dit land verlaten
als ik van haar bestaan
geweten had
het gaat per uur nu
harder jij
wat is dat toch
ik zoek een mens van mens gemaakt
die mij de bodem
uit de hel laat schreeuwen
en die dan nog
ja dan nog naast me ligt
en als mond van tederhout
zou ik wijken voor je woorden
zou ik ?
misschien is ja
het mooiste woord…
niets
is me liever
dan eenvoudig mooi
het bloemblauw
vers gescand
natuurlijk in het licht
een meisje
drinkt in stilte woorden
denkt hem goddelijk lief
en ik
ik kan in stilte
niet meer denken
ik kan het denk ik niet…