Schommel in de wind
ogen sluiten
in herinnering 'n kind
smoezelige handjes
schaterlach en schommelend
touw om planken
wiebelend
zo licht
kleine voetjes in de wind
kinderzolen die de hemel raken
losgelaten wieg
dag kind…
Ik was te jong en jij te oud
maar God, wat was je lief
je handen zilveren sleutels
en niemand zag de dief
Ik was een meisje, jij een man
ik werd een vrouw, jij bijna opa
en dan de jonge, zoete liefde
die pas veel later kwam
Ik ben een vrouw, jij bent niet meer
maar ik zoek nog steeds jouw sleutels
mijn God, waar zijn ze lief!…
Je strikte mij
de linten in het haar
gevlochten kon allang niet meer
opgetogen levenstaal werd brabbelaar
en ik als goed verstaander
zag je kaalheid niet
stekeblind
kreupel loop ik naast je
beugels rond mijn hart…