naar de hel met dit zinloos schrijven
alles zingt
en zal vroeg of laat
verdwijnen
O boom zink niet dieper
dan dit lied dat nooit
gezongen wordt
zo veel liever
een utopie binnenstebuiten gekeerd
de morgen heeft van gisteren nog nooit geleerd
wie bedelt nu bij wie?
een lekkere rijpe kolibrie
vol met honing vanaf de tong
waar waren…
nog een laatste keer
draai ik m'n hoofd
richting de poort
waar haar tranen
een waterval vormen
de draaikolk in m'n hemel
kust een hel waar jij
staat als een onbeschreven regel
recht voor ogen
loezend
vergeef mij een beetje
maar daar blijf dit geheel
stil vlinder in een oase
vol hoop en pulp de zotheid
voorbij
o oogst na regen…
steeds meer rollen papyrus vliegen in het rond
de balans gevonden in het woord
begrijpt gij de simpelheid van dit soort
want de moeilijkheidsgraad vermoord
mens o mens o mens
gij wenst zoveel
gij bent zoveel gewend
gij bent niet meer als
de dappere dodo
een jojo van hebzucht en succes
veel geld en veel macht
niemand staat op
niemand…
Aan geeft de klok
een twee en een drie
digitaal gezien
een elf
nog een jaar
met menig volle maan
dan ben ik daar
dan ben ik terug
terug naar mezelf
drie keer elf
dubbel drie
wie o wie
is nummer vier
aan tafel geschoven
nooit geweten
altijd bedrogen
door het toeval en het lot
hier
en daar
geen ruimte zonder tijd
geen tijd in…