Die stenen preekstoel, ‘daarvoor ben ik omgereisd’;
een rondje Fransum ging er een middag aan vooraf.
Door grasland waar het altijd waait; woorden als
voorwerk en wierde eisen ter plaatse hun rang op.
Vanuit elk standpunt schemert de dakruiter ons door
het groen tegemoet. Paraplu òp naderen we het oog-
merk van onze tocht. - Proberen we…
Nu het album wacht, wat ging er aan dit kiekje
vooraf? Ook de tijd die intussen verstreek, de
dingen die men voor de helft weer vergat -
Fotogeniek? Jij, op je hurken daar voor die
onthoofde marmeren god? Ik, die de sagen
over diens ontrouw in de schaduw voorlas...
Zorgeloos?
Vandaag sabbel je opnieuw op die grasspriet…