Zwoele onweersdag.
Geen windje verteld
dat straks onweer opwelt.
Donderkoppen zwellen,
tot kolossale wolken.
Het wordt donker, kil,
het weder heeft zijn gril.
Onweersbui,
stromende regen
komt moeder aarde tegen.
Bliksemschichten, vuurwerk,
donderslagen zo sterk.
De aarde trilt,
de mens rilt.
Flitsend licht,
spookachtig zicht.
Oorverdovend…
Aan pijn berust,
zie ik geen licht,
noch zon of regenboog.
Bleke dagen dalen
in mijn ziel.
Een mooie droom die me bedroog.
Nu,
wil ik van 't leven scheiden,
vertrekken uit dit droevig oord.
Geen liefde, vriendschap
kan me nog verleiden.
'k Heb teveel geleden,
en geloofd.…