Liggend in de vloedlijn baadt
Ik mij met kosmisch licht
Mijn koude huid wordt gezandstraald en mensen al om
Ik zie dat vanuit de zwarte horizon een vrouw zich losmaakt
En mijne kant opkomt
Ze is mooi. Ze is fraai. Ze is mijn alles.
Dichterbij.. dichterbij en nu is ze ..
‘Hallo, schone vrouw kunnen we wat?
Ze loopt mij straal voorbij, ze…
Zij is.....
Stroop zijn de dagen,
uren, minuten, seconden,
zij glijden moeizaam
In mijn lichaam
Zij is weg
Kon ik maar het
Suikergoed oppakken
En zo het verleden herschikken
Zij is weg
Ik hamer met gedachten
De tijd in elkaar, maar
Zij is weg…
Zij wuiven mij tegemoet
zij geven niets om geel
zij geven veel
geel
Geschut door de wind en
gevoed door het water en
gezien door mij en
veel geel
Onverschillig kijken zij mij
aan
hun daad is gedaan, ik
ervaar hun leed
Geel en veel geel en
de horizon, zij
is weg
opgelost
Is opgegaan
in de gele zee…