Ik houd van niets meer dan van de verweerde tatoeage
van een bloedende roos
op de linkerschouder van mijn kort-ravenzwart-harig, tonggepierced, bleekneuzig,
pas afgestudeerde kleine Gothic anorexia-chick.
Ik wil de door je eigen tranen bedauwde roos kussen,
als ook de littekens
die deze Bijbelbloem zo krampachtig probeert te verbergen.…
Ik ren heen en weer
zonder te bewegen,
sluit mijn ogen
maar vind geen rust.
Ik bel naar zomaar mensen
zonder een kik te geven
(fluister mijn naam
maar zij horen mij niet.)
En uiteindelijk weer
overweldig ik mezelf
zoals altijd; zonder lust.
Gevangen in een nis
tussen de dagen.
Ik probeer te slapen
maar ik slaap niet.…
Ik luister naar je zoals ik naar
een gewezen jazzbandje luister:
voor een kus veraf
of een cent dichtbij.
Ik ben je publiek zolang ik maar diamanten
uit mijn hand kan drinken,
zolang ik maar het roest op kapot geknipt prikkeldraad
mag nabootsen.
Ik blijf zitten in de zaal zolang ik
schilders van pop-art iconen mag blijven vervolgen,
en ik…
Meisjes op de Parade met kristallen zomerknieen,
ontdaan van wild geworden ellebogen.
Hun vuur is enigszins geblust
nu ze de tegenhangers zijn geworden
van wat men hier noemt: "eeuwige liefde in goedkope herdruk".
Hun jonge vriendjes knikken blikken blozen,
hun halzen met nog verse littekens van de strop.
De eerste voorzichtige zoenen
spatten…
Je bent als een rups die ontpopt
tussen de lakens.
We zijn samen zoveel meer
dan we waren, alleen,
stervend, zwervend, zinnebeelden
zoekend op de poesta's.
Later zitten we op een terrasje,
drinken zilveren thee,
eten cliche's,
schrijven geschiedenis
op de vierkante centimeter.
Opeens zijn we weer onszelf,
weer verlegen.
Je duikt weg…