biografie: Aagje Deken
1741 - 1804
[Nieuwer-Amstel 1741 - Den Haag 1804]
Aagje Deken verloor reeds in 1745 haar ouders. Zij werd ondergebracht in het weeshuis 'De Oranje Appel' in Amsterdam. Daar bleef ze tot 1767.
Na het verlaten van het weeshuis had ze verschillende dienstbetrekkingen. Daarna begon ze een koffie- en theehandeltje.
In 1769 werd Agatha lid van de Doopsgezinde Gemeente in Amsterdam.
Toen Aagje Deken 29 jaar was, nam ze als ziekenverzorgster haar intrek bij haar vriendin Maria Bosch. Maria Bosch overleed in 1773.
In 1775 verscheen de bundel 'Stichtelijke gedichten', die Aagje met Maria Bosch had geschreven.
In 1776 begon de briefwisseling tussen Aagje Deken en Betje Wolff, die al enige werken op haar naam had staan. Nadat in 1777 Betjes echtgenoot dominee Wolff overleden was, trok Aagje bij Betje in. Zij huurden een huisje in De Rijp. Zij publiceerden hun eerste gemeenschappelijke werk: 'Brieven'.
In 1781 erfde Aagje Deken ruim 10.000 gulden. De dames gingen in het buiten 'Lommerlust' in Beverwijk wonen.
Ze schreven 'De Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart', dat een groot succes werd, en de 'Historie van den heer Willem Leevend'.
Uit onvrede met de situatie in eigen land, nadat de opstand van de patriotten in 1787 neergeslagen was, verhuisden Wolff en Deken in 1788 naar Treoux in Bourgondië.
In 1789 verscheen 'Wandelingen door Bourgogne'.
Door geldgebrek moesten zij in 1797 terugkeren naar Holland, waar ze in Den Haag gingen wonen. Aagje Deken stierf daar eind 1804, negen dagen na Betje Wolff.
Beiden werden begraven op de begraafplaats ‘Ter Navolging’ in Scheveningen.
Inzendingen van deze schrijver
9 resultaten. Aan de ziel
poëzie
3.8 met 11 stemmen
5.967 Gij, gij, ondeelbaar Deel! Gij, enkelvoudig Wezen!
Gij, schitterende straal der ongeschapen Zon!
Gij, kristallijne drop uit de altijd vloeibre bron
Gij, onüitspreekbaar Iets, uit 't eeuwig Al gerezen!
Ontstoffelijke Ziel, waarín ik klaar kan lezen
De waarheid van 't bestaan van hem die no...
De verblijde vader
poëzie
4.2 met 6 stemmen
4.629 Wijs: Wat is het schoon het Menschdom te beminnen.
Wat heb ik daar een schone zoete jongen!
'k Weet haast niet wat ik door blijdschap doe.
'k Heb nooit zo veel, of zo verheugd gezongen;
'k Heb niet geslapen en ben toch niet moe:
Een lief mooi jongske in deugd en eer,
Is alles wat ik ...
Bedenking op mijn eigen verjaardag
poëzie
3.1 met 18 stemmen
8.090 Ik heb dan achtentwintig jaren
Geleefd! geleefd? neen; ver van daar:
Die schone tijd is weggevaren:
’k Bewoog mij achtentwintig jaar.
o Levensoorzaak! wat is leven?
Is ’t laag en ijdel tijdsverspil?
Neen; ’t is aan u zich overgeven;
’t Is wandlen naar uw wijze wil.
Dan, ach! mijne ur...
DE LIEFDE OVERTREFT
poëzie
2.8 met 13 stemmen
3.699 Het wreedste lijden blij te lijden zonder schuld;
De laster, haat en smaad kloekmoedig te verdragen;
In ‘t allerliefste leed nog van geen leed te klagen,
Zijn vruchten van Geloof, van Hoop en van Geduld.
Maar Liefde, door een straal van ’t godlijk beeld gehuld,
Houdt beiden de armen...
DE LANDMINNAAR
poëzie
1.3 met 30 stemmen
4.162 Wel man, wat kan
u de stad behagen,
dat gij mij durft plagen
om mijn keur?
’t Lust mij niet te leven
naar de sleur.
Al wat de stad kan geven
heeft geen smaak of geur.
Hoor mij, wilt gij
onschuldige vermaken
onverhinderd smaken?
Kom op ’t land!
Leer eenvoudig leven;
heb verstand!
...
De onverwachte ontmoeting.
poëzie
5.0 met 3 stemmen
1.142 Nog nooit, nog nooit voelde ik mij dus ontstellen
nog nooit mij meer ontstellen!
Ach zijt gij 't, zijt gij 't zelf dan mijn vriendin?
Wat ik voel, kan ik u niet vertellen,
Als alleen dat ik u nog hartlijk min.
Maar zou, maar zou ik wel zo zeer ontstellen,
Zo gij niet w...
Het Gasthuis.
poëzie
4.0 met 6 stemmen
3.042 de b r o e d e r.
'k Weet niet, wat wij hier toch doen?
Foei, het strijdt met ons fatsoen,
In een Gasthuis rond te dwalen.
Nauwlijks kan ik adem halen!
Hemel! welk een nare lucht!
Wat voor genoegen,
Geeft u dat zwoegen
Dat gekerm, geklaag, gezucht?
de z u s t e r.
Broed...
Lente Liedje.
poëzie
4.0 met 3 stemmen
2.055 Wijs: Sous le nom de l'amitié.
Zie, daar komt de Jeugd van 't Jaar,
Versierd met frisse bloemen,
Versierd met frisse bloemen,
Liefde en Blijdschap volgen haar.
o Wie zou u niet roemen!
Zoudt gij niet welkom zijn!
Brengt gij niet, brengt gij niet
Zoele lucht en zonneschijn?
...
Het nufje
poëzie
3.3 met 6 stemmen
1.968 'k Behoef geen vinger uit te steken,
Huishouding werd mij niet geleerd;
Waar zou ik dan mijn hoofd mee breken,
Wijl Moeder niets van mij begeert?
Op 't kostschool leerde ik bezigheden,
Geschikt voor lieden van fatsoen;
Wat Franse taal, wat Franse zeden,
En meerder heb ik niet van do...