biografie: J.H. Leopold
1865-1925
Jan Hendrik Leopold, dichter [Den Bosch 1865 - Rotterdam 1925]
De romantisch-dromerige dichter volbracht als nuchter classicus met goed gevolg zijn studies.
Hij was niet gehuwd.
Vóór zijn promotie maakte Leopold als gouverneur bij een familie een reis naar Italië. Hij ontmoette een ten dode opgeschreven jonge vrouw voor wie hij blijkens zijn dagboek een ongelukkige liefde opvatte die zijn weerslag vindt in 'Verzen 1895'. Ongelukkig eindigde ook zijn verloving (1892) met en jongedame die enkele jaren later trouwde met zijn broer Joes.
Na in 1889 als tijdelijk leraar aan het stedelijk gymnasium te Deventer aangesteld te zijn werd hij in 1891 leraar in de klassiek talen aan het Erasmiaans gymnasium te Rotterdam, waar hij tot een jaar voor zijn dood les gaf.
Op middelbare leeftijd werd hij geplaagd door toenemende doofheid, hetgeen gepaard ging met vereenzaming. Hij werd achterdochtig en kreeg paranoïde trekjes.
In de ontwikkeling van Leopold als dichter treedt een breuk op rond 1900. De poëzie die hij tot dan geschreven heeft, kan beschouwd worden als liefdespoëzie (met uitzondering van de “Zes Christus-Verzen” en van de “Verzen 1897”). Het is poëzie over liefde die zich niet realiseert. Zijn vroege werk werd ook beïnvloed door de sensitivistische poëzie van Gorter.
In de tweede periode na 1900 verdiepte Leopold zich in de filosofie en daarvan gaan zijn gedichten de sporen dragen.
In deze periode treedt naast het zuiver lyrische een meer vertellende verbeelding op zoals in 'Cheops' ( De Nieuwe Gids, 1915).
De derde periode wordt gekenmerkt door diversiteit. Elementen uit het antieke westen verbinden zich met het Oudperzische en -arabisch gedachtengoed (onder meer vertalingen in 'Oostersch').
Hij evolueert hier van het rationele naar een meer mystieke gevoelsfilosofie.
Leopolds poëzie is meestal somber maar hij brengt soms ook accenten aan van speelsheid en tederheid.
Van meesterschap getuigen zijn vertalingen van de Perzische dichter Omar Khayam.
Zijn werk:
'Zes Christus-verzen' in De Nieuwe Gids (1893)
Verzen (1895)
Verzen (1897)
Gedichten (1913)
Cheops (1916)
'Verzamelde verzen' verzorgd door P.N. van Eyck (Rotterdam, 1935)
Vertalingen
Rubaiyat (1911)
Soefisch (1922)
Oostersch ('s-Gravenhage, 1924)
Omar Khayam (1926)
Filosofische werken
Ad Spinozae opera posthuma (1902)
Stoïsche wijsheid (1904)
M. Antonius Imperator (1908)
Uit den tuin van Epicurus (1910)
Inzendingen van deze schrijver
94 resultaten.Nu dat wij naar buiten treden
poëzie
4.0 met 4 stemmen 837 Nu dat wij naar buiten treden
vredigen in het nieuwe heden
nu hangt de lucht vol van waaiende
lichte dingen, onbeladene
ademen kostelijk gedragen
op vlakgestrekene windvlagen,
wazen, half beschaduwde lanen
aan weerskanten van zijden vanen,
rozerode kreukbehangen
in rimpelingen en...
Kerstliedje
poëzie
4.0 met 5 stemmen 2.935 Zij waren de dag zich moe gegaan
met zwoegen en met gezucht,
in de late avond kwamen zij aan
in Bethlehem het gehucht.
Maria en Jozef liepen tesaam
de donkere straten door
en vroegen bij alle menschen aan
en vonden er geen gehoor
En hadden eindelijk in een stal
hunnen intrek...
Laat de luiken geloken zijn
poëzie
4.0 met 22 stemmen 3.361 Laat de luiken geloken zijn
wiege wiegele weine
en de stilte onverbroken zijn
wiege wiegele wee.
Wen het kindje gedogen wil
moe en tevreeën,
dat de blinkende ogen stil
toe zijn gegleeën,
dan zal komen de dromenvrouw
zacht over de grond
zij de vrome, die schromen zou
zo zij...
Om mijn oud woonhuis peppels staan
poëzie
4.0 met 15 stemmen 1.787 Om mijn oud woonhuis peppels staan
"mijn lief, mijn lief, o waar gebleven"
een smalle laan
van natte blaren, het vallen komt.
Het regent, regent eender te horen
"mijn lief, mijn lief, o waar gebleven"
en altijd door en
de treuren uit, de wind verstomt.
Het huis is hol en vol...
JEUGD
poëzie
3.0 met 31 stemmen 3.984 Veel gure regendagen bij de boeken
in studie doorgebracht; veel winternachten
bij wijn en vrienden lachend doorgewaakt.
En in de zomer verre wandeltochten
en dromen in het gras, veel grote plannen,
nog groter woorden; meisjes plagen, stoeien,
gezoen en nu en dan een vleugje liefde,...
Weet gij nog wel, hoe zomers avonds
poëzie
3.0 met 19 stemmen 2.196 Weet gij nog wel, hoe zomers avonds
Wij gingen door het bloeiend veld
En hoe we lachende toen zeiden,
wat onze harten was ontweld?
't Werd stil en stiller. Op uw lippen
bestierf eensklaps het schalkse woord
En hoe wij aan elkander dachten
We wisten 't, maar wij gingen voort.
Weet gij...
Die morgen was zij moe en zwaar
poëzie
3.0 met 16 stemmen 3.543 Die morgen was zij moe en zwaar
en talmende opgestaan
en had met achteloos besef
haar dagelijks doen gedaan.
Zij ging verloren door het vertrek
met ongevoelde schreden,
behaspelende dit en dat,
verschikkende zonder reden.
Als plotseling met een vreemd gevoel
zich iets in haar...
En de ontlokene, de rozen . . .
poëzie
3.0 met 17 stemmen 2.938 – En de ontlokene, de rozen,
waar zijn de rode rozen, waar?
triomf en lof en opperst blozen
van het voldongen zomerjaar.
Een levenstoppunt uitverkozen
van voorrecht is hun toegestaan
en op hen ligt het sprakeloze
van hoogste invervullinggaan.
Maar ook, hoe is in dit ontplooien
een...
Vroomheid
poëzie
3.0 met 26 stemmen 2.067 CHRISTENEN, Joden, Parsen, Moslemin,
zij dolen allen; voor wie toe wil zien,
vervalt de ganse mensheid slechts in tweeën,
twee soorten enkel worden er ontdekt:
intelligente mensen zonder vroomheid
en vrome mensen zonder intellect.
O, Weet gij, hoeveel wolken
poëzie
3.0 met 32 stemmen 2.193 O, Weet gij, hoeveel wolken
Er langs de hemel gaan?
En kent gij al de bloemen,
Die in de velden staan?
Nooit teldet gij de vlokken,
Die stuiven voor de wind -
En zoudt ge dan kunnen weten,
Hoezeer ik u heb bemind?
De lucht was als een perzik
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.715 De lucht was als een perzik,
de maan een diamant,
zwellende lentenevels
bloeiden aan alle kant.
Over de donzen heuvels
lokte een ver verschiet;
wij wilden zwervend worden,
zwervend en anders niet.
De voeten gingen samen,
de hand lag in de hand,
de harten opgedragen;
aarde,...
Wij gaan en komen
poëzie
3.0 met 25 stemmen 3.763 Wij gaan en komen en de winst is waar?
en weven draden en het kleed is waar?
In 's hemels welving zijn tot stof verbrand
vele weldenkenden; hun rook is waar?
---------------------------------------------------
uit: 'Uit de Rubaijat' (1906), gedicht 9
Op reis
poëzie
4.0 met 4 stemmen 1.673 In de donkere wagen reed ik alleen,
Alleen met mijn lief door de nacht;
Wij spraken geen woord, wij hebben stil
Aan onze liefde gedacht.
De lantarens wierpen een haastige schijn
Door 't raam en begluurden 't gezicht,
Dat luisterde naar het gehuil van de wind,
De ogen op mij...
De dauw hangt parelen
poëzie
4.0 met 3 stemmen 1.288 De dauw hangt parelen aan takken en aan blaren
in kettingen en snoeren;
de kusmond van de wind, als hij ze aan wil roeren,
doet ze ontstellen, sidderen zonder bedaren
en stort ze allen neer, de wankelbaren.
Dit zweven
poëzie
3.0 met 32 stemmen 2.625 Dit zweven
Tussen dood en leven
en deze pijn –
O dat het nu genoeg mocht zijn.
[God heeft een huis gebouwd]
poëzie
3.0 met 22 stemmen 2.990 God heeft een huis gebouwd en dak
en zoldering bespannen strak
met kommer, druk en droefenis,
weedom er de bevloering is
en alle wanden zijn bekleed
met zorgen en met harteleed
en in betreuren ingehuld;
Hij heeft de goeden er in weggeloken
en toegesproken:
de sleutel van uw deur is het...
Ik heb gezworven heen en weer
poëzie
3.0 met 29 stemmen 2.353 Ik heb gezworven heen en weer
Op de heuvels en door het dal
En ik weet zelf niet, wat ik zoek
En waar ik het vinden zal.
Daar zit iets binnen in mijn borst,
Dat volgt mij overal,
Dat dreef mij uit het ouderlijk huis
Langs de heuvels en door het dal.
Gij deed van alle mensen
poëzie
3.0 met 30 stemmen 2.427 Gij deed van alle mensen mij
De zwaarste pijn,
Van alle mensen zult ge mij
De liefste zijn.
Vreemd, dat eenzelfde huis bevat ons beiden
poëzie
4.0 met 10 stemmen 1.683 Vreemd, dat eenzelfde huis bevat ons beiden
en toch, wij durven ons niet af te scheiden,
wij durven niet alleen zijn, niet te spreken
dan lippen bevend, die niet open breken,
begonnen klagen, wenkende ogentroost,
gloed van een wang, die om zijn blozen bloost,
handen, die groeten, blikken van...
0 dromend hart
poëzie
3.0 met 42 stemmen 3.819 0 dromend hart, kies u een nieuw vertier
in vrouwenwang en purpren eglantier;
licht als kwikzilver vlieten onze dagen,
de pracht der jeugd zinkt als een bergrivier.
------------------------------
'Uit de Rubaijat' (1914)
Druktemaker
poëzie
3.0 met 23 stemmen 2.740 Een druktemaker is, wiens naam bekend is,
een intrigant, wiens leven afgewend is.
Waarlijk, hij ware 't wijste daaromtrent,
die niemand kent en die van geen gekend is.
De wereld gaat en gaat, als lang na deze
poëzie
3.0 met 22 stemmen 2.520 De wereld gaat en gaat, als lang na deze
mijn roem verging, mijn kennis hooggeprezen.
Wij werden vóór ons komen niet gemist,
na ons vertrek zal het niet anders wezen.
In tere schaduw zilverblauw
poëzie
4.0 met 27 stemmen 2.455 In tere schaduw zilverblauw
sloegen witte wieken en een gerucht
voer om; er werd een grote zucht
gewekt, een wensen, dat ver weg wou.
Gij en ik, o wij gaan wel trouw
samen, wij vliegen uit in éne vlucht
en laat het zijn naar het ver gehucht
van mijne ziel en gaan wij...
Nu dat het jaar is oud en wit
poëzie
4.0 met 5 stemmen 1.840 Nu dat het jaar is oud en wit
En elk in zijn behuizing zit
Over het vuur gebogen,
Nu zal een wakkre zang opgaan
En dreunend aan de zolder slaan
Rumoerend in den hoge.
Hoe zit de huisman breed en goed
Op zijnen stoel en welgemoed
Keert hij de rug naar buiten
En tegen kou en...
Een vriend is niet, die U aan 't hart wil sluiten
poëzie
3.0 met 18 stemmen 2.683 Een vriend is niet, die U aan 't hart wil sluiten
in Uw geluksuren en zich niet genoeg doen kan,
Maar die de balling bij zich binnenroept en dan,
de deur toeslaat tegen de wolven buiten.
Schepen liggen er; waarom zo...
poëzie
3.0 met 9 stemmen 2.129 Schepen liggen er; waarom zo...
het lieve water leed het zo.
Vele zeilen zijn uitgehangen
brede, slepende. Huizengangen
stonden; zacht gestreden nu
schromelijk, want het was alles luw
vervuld; in de heldere streken
van de witte hemel geleden
wensen te wezen, mijn zinnen dreven
er...
De beek is een velijnen blad
poëzie
3.0 met 9 stemmen 2.217 De beek is een velijnen blad,
een boek, een open letterschat,
een gulden labyrint, waarin
de vogels komen lezen, dat
de wind beschrijft,
de wolk, die overdrijft,
zet er de stippen en de titeltekens in.
----------------------------------------
uit: Verzen (1912)
Verlaat mij en gaat heen, gaat heen
poëzie
3.0 met 11 stemmen 2.523 Verlaat mij en gaat heen, gaat heen,
zorg, druk en droefenis van zinnen;
of dacht gij altijd bij mij binnen
uw wil te hebben als voorheen?
O, maar ik zeg u aan van neen;
verstand zal u wel overwinnen,
verlaat mij dan, gaat heen, gaat heen,
zorg, druk en droefenis van zinnen.
...
Vijver, juwelen waterkom
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.752 Vijver, juwelen waterkom
vijver der liefste, waar rondom
de paden onzer lopen
met slingeringen en verknopen
van hun gedachteloze gangen,
Vijver der liefste, waarin hangen
de waterlelies, boven drijven
en ingeschreven cirkels schrijven,
Vijver der liefste, helderheid
...
Regen
poëzie
4.0 met 5 stemmen 2.013 De bui is afgedreven;
aan de gezonken horizont
trekt weg het opgestapelde, de rond-
gewelfde wolken; over is gebleven
het blauw, het kille blauw, waaruit gebannen
een elke kreuk, blank en opnieuw gespannen.
En hier nog aan het vensterglas
aan de bedroefde ruiten
beeft in wat nu...
Meer van deze schrijver...