biografie: Karel van den Oever
1879 - 1926
Karel van den Oever [Antwerpen 1879 – 1926]
Hij startte zijn literaire carrière bij de anarchistische groep "De Alvoorder", waartoe ook Willem Elsschot behoorde.
Na een ernstige ziekte werd hij strijdbaar katholiek. In 1905 stichtte hij samen met Jozef Muls het tijdschrift "Vlaamsche Arbeid".
Aanvankelijk schreef hij stemmingsgedichten zoals o.a. in de bundel "Van stille dingen" (1904). Zijn latere verzen doen wat ouderwets-gekunsteld aan. Een voorbeeld hiervan is "De geuzenstad" uit 1911, een barokke ophemeling van Antwerpens glorietijd in de 16e eeuw.
Tijdens Wereldoorlog I verbleef Karel van den Oever in Nederland. Hij werd stilaan beïnvloed door het humanitair expressionisme, waarbij in een 'verhalend gedicht' uiting gegeven wordt aan het mededogen van de dichter met de 'underdog' (zoals in 'Dinska Bronska').
Hij bleef in proza en poëzie getuigenis afleggen van zijn rooms-katholieke geloofsovertuiging. Hoogtepunt hiervan is de roman 'Het inwendige leven van Paul' (1923), de confrontatie van een naar Gods genade zoekend wereldvreemd mens met de buitenwereld.
Karel van den Oever werkte mee aan tijdschriften en dagbladen zoals "Dietsche Warande en Belfort", "Groot-Nederland", "De Standaard", en "De Schelde".
In zijn kritieken en essays uitte hij zich als fanatiek katholiek en voorvechter van de Vlaamse en Groot-Nederlandse gedachte.
Werk:
* In schemergloed der morgenverte (poëzie, 1901)
* Van stille dingen (poëzie, 1904)
* Kempische vertelsels (verhalen, 1905)
* Het drievuldig beeld (poëzie, 1907)
* Godvruchtige maen-rymen (poëzie, 1911)
* De geuzenstad (proza, 1911)
* Lof van Antwerpen (poëzie, 1911)
* Kritische opstellen (proza, 1913)
* Juffrouw Suzanne Roemers (toneel, 1914)
* Hollandsch-Belgische toenadering (essay, 1917)
* De Vlaamsche Beweging (essay, 1918)
* Verzen uit oorlogstijd (poëzie, 1919)
* Oud-Antwerpsche vertellingen (proza, 1920)
* De betooverde heide (poëzie, 1921)
* Het open luik (poëzie, 1922)
* Het rood paard (proza, 1923)
* Het inwendig leven van Paul (proza, 1923)
* Schaduw der vleugelen (poëzie, 1923)
* Geestelijke peilingen (essays, 1924)
* De "Hollandsche natie" voor een Vlaamsche spiegel (essay, 1925)
* De heilige berg (poëzie, 1925)
* Paviljoen (poëzie, 1926)
Inzendingen van deze schrijver
19 resultaten.DE SPRING-KOORD
poëzie
4.5 met 6 stemmen
3.065 De mens springt in de koord des levens:
God draait de koord.
Elk snakt naar adem tot begevens
en springt toch voort.
Hij zingt er zelfs een wijsje bij
of becijfert elke sprong:
‘ Een … twee … drij …’
O God, Gij houdt de koord,
de dolle koord des levens.
Helaas, toen iemand volop...
De telefoonpaal
poëzie
3.1 met 22 stemmen
3.224 Langs het eenzame spoor
de telefoonpaal.
Hij gonst.
Er is geen ander geluid
langs het eindeloos spoor.
Een wolk drijft over hem
en is onverschillig.
Het landschap "gaat zijn gang"...
Toch gonst de telefoon-paal dag en nacht,
onder de hemel.
Het is een verlaten pijn,
een onophoudelijke k...
DE MUZIEK
poëzie
3.6 met 14 stemmen
2.476 Toen de vraag-krullen der cello's trager
bewogen en het hoofd van de violist
afstierf - laag en lager -
op het gevoelig lichaam der viool,
toen kwam er rust, -
en in dat zwijgend ogenblik
waart Gij, o God,
noch vrede, noch geluk,
maar verruk-
kelijke pijn,
verschrikkelijke lust.
DE KREKEL
poëzie
3.5 met 12 stemmen
2.352 De krekel:
hij slaat een zilver cimbeltje
in het kerkhofgras.
De wolken drijven hoog,
ook de wind en de vogelen.
Zij horen de krekel niet...
Maar in de kerk
- waarin het stil is -
het fijne cimbeltje klinkt.
De Heer in het tabernakel:
Hij hoort hoe de krekel
nederig zijn lof uitzingt.
Dinska Bronska
poëzie
4.4 met 48 stemmen
5.455 Uit een oud dorp
- kameelbruin als de steppe -
uit Plocka
kwam Dinska Bronska.
Haar hoofddoek was pruisisch-blauw
en heur haar vlas-geel;
ook waren haar ogen blauw
als fjord-water.
Zij rook naar knoflook en spar,
zij droeg laarzen
en ging zeer zwaar en gauw.
In het 'Hotel Lapland' zat z...
Het open luik
poëzie
3.8 met 30 stemmen
2.674 Het harde, houten luik is dicht
en daar achter is de dag
met zijn parel-gouden licht;
daarachter de bomen, de bergen, de wereld, de wind,
de mensheid: man, vrouw en het fijne kind;
daarachter de zon,
daarachter de maan,
daarachter de zilveren sterren;
ook Vlaanderen, nevel-blauw,
en G...
De nacht-trein
poëzie
3.2 met 8 stemmen
4.159 De trein rolt op de zwarte bol der aarde
o, angst-versnelling van mijn hartstocht
in de afgrond naar God.
De gloeiende veeg van mijn vinger,
fosforisch op de blauwe glaswand van een nacht;
het grauw geraas van een levenslot
aan de duistere bocht
van een dennenbos waar God mij wacht.
O, gij d...
Herfst
poëzie
4.0 met 1 stemmen
631 Het beukenbos is bruin als oud-geroest ijzer
en er staat een eik vol gouden munt,
de bewaasde vijver ligt vol puin van blâren
gelijk in mijn hart 't verdriet van de dag.
En er zit een mus eenzaam op een tak
zoals ik-zelf woon in dit land.
O mijn hersens, verkankerd van 't verdriet,
...
DOODSGEBED
poëzie
4.2 met 4 stemmen
884 Heer, als ik sterf
op een december-dag;
in het ziek laken dat ruikt!
En mijn gezicht: geel als een raap,
mijn baard verwoest door het zweet,
terwijl mijn hand vol angst in het kussen plukt,
Heer, houd dan voor mij, arm schaap,
houd uw barmhartigheid gereed.
Want gedurig was ik lui en dom,
...
VRIJ!
poëzie
4.5 met 2 stemmen
660 Al vreet de vijand ons aan 't hart,
ons hart, ons hart, ons Belgisch hart,
al zit hij aan ons bloed te slikken
en geeft dat pijn en geeft dat smart,
hij zal op 't eind er in verstikken!
Al zuipt de vijand aan ons bloed,
ons bloed, ons bloed, ons Belgisch bloed
dat 't hem de lippe...
In memoriam
poëzie
4.0 met 3 stemmen
1.592 Gouden geruchten gaan uit uw ogen;
'k hoor het breken van uw hart
en uw polsslag diep-bewogen
door de smart;
de avond huivert wijl het kil is;
aan uw wimper beeft een traan;
Och, hoe de avond zwijgt en stil is
en vol maan.
Gebed
poëzie
2.8 met 4 stemmen
910 IJdelheid
poëzie
4.0 met 3 stemmen
668 Wij wandlen een poos over de aarde,
een ogenblik slechts, een kleine stond;
we gaan door de "levensgaarde"
en blijven een korte tijd "gezond",
we slapen, we praten en eten,
och, alles slechts een kleine wijl;
't is gauw weer verdwenen, vergeten...
Is 't leven geen snellende pijl?
E...
Afrikaantjes
poëzie
2.0 met 6 stemmen
720 Mijn handen rieken van uw reuk
waar ik uw steel en blaren kreuk,
o gulden Afrikaantjes,
en 'k hou van u zo veel en teer
als straks uw parkskens gloeien weer
saffraan-goud in de laantjes;
ik riek u dan zo bitter-fris,
onaards en vol geheimenis.
Het wederzien
poëzie
3.3 met 9 stemmen
3.324 Het is of ik me-zelf bezoeken kom.
Hier woonde ik op twee-hoog
in de korte Prins-Hendrikstraat:
het was oorlog.
Aan het schuif-raam fladdert een stof-lap;
die doet me denken aan een kapelle.
Ik hoor ook een stofzuiger 'lux'
en ruik het stof.
Ergens een matje nijdig klopt
en een piano ping...
Lof aan God
poëzie
3.2 met 6 stemmen
2.345 De wereld-zaal waarin de wolken hangen,
onder de sterren-krans en de maan,
onder de blonde zijde der zon,
wijl de zee dampt in haar vat
en de bomen groen op de aarde staan,
is van U, mijn God, bewegende glorie;
glans en luistervolle pracht,
de wonderbare tooi van uw victorie,
uw praal, uw le...
Diana-beeld in het bos
poëzie
3.8 met 13 stemmen
2.014 Het strevend beeld mijner jacht
naar gouden, hemelse zin:
God is einde,
Diana mijn begin.
O, de spannende smart
van de menselijke boog,
de pijl-parabool, grote vlucht van mijn hart.
Maar God is hoog.
Vaarwel, vaarwel, het bruine bos;
het was wel liefde, geen zonde
dat ik God schoot de zui...
Doods-gebed
poëzie
4.6 met 9 stemmen
1.662 Heer, als ik sterf
op een december-dag;
in het ziek laken dat ruikt,
en mijn gezicht: geel als een raap,
mijn baard verwoest door het zweet,
terwijl mijn hand vol angst in het kussen plukt,
Heer, houd dan voor mij, arm schaap,
houd uw barmhartigheid gereed.
Want gedurig was ik lui en dom,
...
De doods-gedachte
poëzie
3.6 met 22 stemmen
3.002 De doods-gedachte is een bitter kruid
dat in elks leven wast
en in de afzondering wordt geplukt.
De mens steekt het in een knoopsgat van zijn jas.
Of hij rechtop gaat of zijn hoofd bukt
steeds stijgt de wrange geur
en hangt altijd in de aandachtige neus.
Als hij één ogenblik zijn gelaat bet...