Uitgestrekt, verraderlijk,
Ons gangenstelsel, onze monstergrot!
Zelfs wij, de architecten,
Vergaten onze weg naar de vrijheid
En dwaalden door de koele krochten
Wimperslag - de tijd geeft vleugels
Onwennige ledematen van was en veren
Zonlicht nodigt ons hoog uit
Voeten los van de vochtige stenen
We stijgen op in hemels blauw
Mijn vlucht…
Met zijn gedoofde toorts
achter groene muren
van gouden cypressen
daalt Daedalus' zoon Icarus
in een eenmalige
niet voor herhaling
vatbare teugelloze vlucht
aardewaarts
als helios' stand-in
vol elan en hete daad
hominidae verterend
neanderthalers sparend
in een door jeugdige overmoed
tot mislukken gedoemd
faliekant uit de…