je hart gaat
kaalgespeeld
rondzwerven
van het verdriet
overreden
kampmens
overhangende
familiefoto
op
kaneelbruine
kleerkast
met bamboe-
boeken
scheefgegroeid…
De data van overlijden
weet ik niet meer
maar mijn verdriet
voel ik heel goed
nu zijn ze genoteerd
de grafsteen verweerd
de tijd vervloog
géén oog droog
de familiefoto naast mij
géén één meer op aard
voor mij zijn ze
het leven waard
ik wil ze weer terug
weer hun stemmen om mij heen
een aanraking heel zacht
dat heb ik zo bedacht…
Eenzaam zit zij in haar kamertje
van het bejaardenhuis
Met een zakdoekje in haar hand
Ze verlangt naar haar eigen huis
Alsof ze hier gevangen zit
en wachtend op haar dood
haar allerlaatste stationnetje
ze mist haar echtgenoot
Ze voelt zich opgeborgen
Als een vogel in een kooi
Starend naar een familiefoto
wat was die tijd toch mooi
Ik breng…
zonlicht stuwt door kleine vensters
somptueus glinsterende lichtbalken
die een sloom wassende werkdag larderen
met glitters van verre vakanties
De verbeelding ligt altijd op vinkenslag
Het kader schiep hier zijn draagbaar organigram
Arbeiders betalen, bedienden krijgen drank
Kaderleden koesteren stofvrije bureaus
met obligaat idyllische familiefoto…
Naar vier kanten kijk ik
op ‘t uitzicht in mijn kamer:
richting keuken drie boeketten,
naar de muur toe schilderingen
familiefoto's bank,
richting tuin op groen
gekleurd de kaktusjes in vensterbank
En zicht nog op verjaardag
gisteren, in een fluisterboot
die langzaam onder wolken
waaiend wilgenblad bewoog
en kreupelhout,
glijend…