Ze dacht kom op de lente is begonnen
Laat ik ook maar als ware ik een bloem
Mij openvouwen, me daarmee gewonnen
Gaan geven aan wat ik De Hemel noem
Ze sluimerde, haar wereld werd verdonkerd
Ze worstelde zich langzaam naar het licht
Werd aangevuurd, er werd voor haar geflonkerd
Nog even en het einde was in zicht
De Ogen van De Tuinman gingen…
Zelden begroette ik zo enthousiast
de stemmen van de achtergrond
wier resonante klanken mij inspireerden
in hart en ziel tot hemelsfeer
naar beheerste pennenstreken
in ganzenvlucht.
Met open armen verwelkom ik
deze zoetgevooisde engelen
in een overgave van openheid
en laat me onderdompelen in een wereld
vol poëtische schoonheid.…
Hij werd ten voorbeeld ons gesteld
Was steeds met anderen in de weer
Hij werd daardoor al jong geveld
Vertrok naar eigen hemelsfeer
Hij liep op water en genas
Leprozen, maakte blinden ziend
Dat was wat moeder aan ons las
Hij was voor vrouw en telg een vriend
Maar wat dat dat met een kind kan doen
Opvoeders zien dat niet altijd…