heb vandaag boodschappen
gedaan is het met mijn rust
zacht lieve je moet niet happen
vooral niet zappen als hij je kust
en te keur is niet voor te stellen
dat je wacht tot je een ons weegt
ons zegt zoveel pinda’s pellen
is letter voor letter gezegd heeft
het ware karakter van een sonnet
is de kracht van de Post……volte
die onherroepelijk…
Wie kent die brombeer nog
uit Pietje Bell
die zuurpruim was de personificatie
van nooit eens ja maar altijd
die negatie
van homo ludens in de contramine
da capo in mineur tot aan al fine
hij had als buurman niks óp met dat stel
die schoenmaker, met zoon voor galg en rad
avonturier, maar met een gouden hart
als bendeleider van de hand…
Ik ben al weg, rustig, geen nood
Al ben de redelijkheid zelf, geen malloot
Ik vraag u slechts af wat is hier omgekeerd
Evenredig aan wat, aan het binnenste buiten
Aan de contramine waar oren van tuiten
Aan oppositie, tegengesteld
Aan Achilles, die een schildpad voorbij is gesneld?…
Theo, Nico, Rie en Tine
blijken elk als columnist
danig in de contramine.
In de kroeg wordt veel gemist.
'n Rookartikel wordt geschreven:
'Rookverbod is superstom:
langer, maar genotloos leven'
leest men in hun rookkolom.
'Door die antirookpraktijken
wordt een bruin café gestraft.…
Van kattekwaad tot erger
dan een geintje
en wisselt confidenties
in gefluister
Maar ieder waant zich
erfgenaam van reintje
die nobel schalks vernedert
in het bos
Die cantecleer en tibeert
houdt aan 't lijntje
zo'n hypocriete schelm
in 't dierenbos
Men houdt er van
tijl uilenspiegelgeintjes
van anarchie
verhuld in contramine…
Hij wilde ook postuum niet geliefd zijn
daar verzette hij zich met hand en tand tegen
als kind begon het al. altijd in de contramine
nooit eens lief en aardig, een grote klier
hij groeide tot overmaat van ramp
werd ouder richting volwassen zijn
niets deugde, leren wilde hij niet
teerde op de zak van zijn ouders
aan vrouwen had hij een bloed…
Maar verder maak ik nooit iets mee,
geen snars of contramine."
"Maar 't heeft," zegt hij, "zijn wel en wee"
en koestert zijn bobine.
"Straks zeil ik af naar onderzee,
nu eerst naar de kantine.
"We loeven òm - wij met z'n twee -
in wolken nicotine;
de oude onomatopee
op stoom voor de marine.…