Geen bergen te hoog
geen rivieren te diep
geen zee weerhoudt mij
hitte van de woestijn
schrikt mij niet af
polen zal ik overwinnen
door dichte wouden
baan ik mij een weg
over vlakten zal ik ijlen
vliegen als een vogel
door diep blauwe lucht
naar het hart van mijn liefste.…
dat eros' liefde
ongewoon is
ik ben een amorzoekende najade
een nereïde, dochter van de zee
van buiten lijk ik op kalliope
draag schoonheid in de godenogen mee
in berg en dal zien zij een oreade
geliefd en amoureus, nochtans nomade
speel ik de holennimf die in spelonken
haar eega spartelen ziet met zijn vonken
vervreemd van drift en harstocht…