De kinderen zijn toegewezen
geheel buiten mijn invloedssfeer
ik heb het vonnis net gelezen
de levenszin is nergens meer
geplet onder het zwartste spansel
bleekt de blauwe lucht bedreigend
begrijp dat ik mijzelf verkwansel
nu mijn thuisfront is onteigend
nog eenmaal klim ik naar mijn zolder
op zoek naar laatste kerstening
mijn kop loopt…
De schone kindergezangen van kerstfeest
of zondagsschool zullen wellicht blijven,
een zoetsappig schimmenspel bedrijven,
in menige rijpe volwassen geest.
Wat vreugdevol ervaren is geweest,
kan bezadigd ronddraaien, voortdrijven.
Men mag langs die herinnering wrijven,
liefkozend, gelijk een huiselijk beest.
De verzen uit gekoesterd verleden…
Eeden
voelde al zijn
aanwezigheid in
zijn geschonden huid
de vrouwen wisten dat
hij er tijdelijk zou zijn
de heroiek van lijden
en dood en de
voorspelling van het
feest der verrijzenis
met zijn werknet
van naastenliefde
dat door de vrouwen
en apostelen in het
rad van christelijke
naastenliefde zullen
worden worden
uitgedragen ter
kerstening…
negen-
dat wat ik deed vaak slecht was en verkeerd
maar Lieve God die zou het me vergeven
Op dat soort zaken werd ik getrakteerd
des Heerdaags in mijn prille jonge leven
Het werd me op de zondagsschool geleerd
als knaapje, van pak weg een jaar of negen
De reinheid werd met verve gedoceerd
maar reeds in ’t vader-moederspel bedreven
leek kerstening…
purperrood
de zaden hingen buiten niet bloot
men trok aan hun oranje rokje
en jawel godswonder boven wonder
de blanke kerstpit zat er onder
vol gerijpt aan een dun draadje
mogelijk dat het den protestant niet zint
Witte Kerst splijt uit een overlangs naadje
rooms komt plantaardig aan het bewind
de langste dag gaat vooraf met Sint-Jansloten
kerstening…
In de stad waar lang geleden mijn leven begon
De stad waar jouw aardse leven eindigde
Vandaag een jaar geleden
Brand ik een kaars voor jou
Op die plek waar wij elkaar zo vaak zagen
De plek waar de Moedergodin de kerstening overleefde
Een pelgrimsoord
Voor ieder die diep van binnen weet
Dat de Moeder van God een Godin is
Ik dank…
Het continent had hij dan wel ontdekt
Maar was te vriendelijk voor de inheemsen
Als triomfator terug op Spaanse bodem
Kon hij niet eens een landkaart overleggen
En specerijen - slechts van horen zeggen
Geen schatten uit de goud- en zilvermijnen
De kerstening kastelen in de lucht
Als vreemde zou hij aan het hof
verkwijnen
Zijn naam niet…