kolkenklank
netgedicht
k voel mezelf meestromen
met de schaduw die rond mijn hart waart
hoe hij klotst, onderweg, tegen een leger wordende horizon
nimmer thuisgeraakt door de wreedheid van de wind,
in de avond gebaard
jij beweegt naar rotsvaste gestaltes, waarin mijn lichaam vervaagt;
zich niet vertonen kan omdat verdriet om ziltig vertrouwen vraagt
wij verliezen…