Wij kennen al jaren van die dagen
de korrels aan het strand, de schelpen
het schuim op het water dat af en aan
als golven wederkerend het strand aandoet,
het koude dat je in winters laat huiveren.
De nacht telde deze keer minuten lang uren.
Vandaag is huiverig, ik zoek niets en ben thuis
de dag is kil niet vrolijk, de sfeer is gelaten,
regels…
Ik zie je gaan, afgezakte schouders
met een bleek gelaat je gemoed dragen.
Ze zijn niet te krijgen de antwoorden
en al begrijp je ook de wolkenzaal niet,
't tolkende, laat staan het ijzige koude.
Zie, de kinderen genieten hun maaltijd
zijn onbevangen niet in staking gegaan.
Ze boycotten de nieuwe hulp niet, vechten
niet voor 'n ander moederschap…