een stoere westfriezin
tussen Enkhuizen en Medemblik
belde vanuit haar waterbed
glaasje wijn in de hand
zij bleef in Hem
diep geloven
ze sprak
zolang er wonderen zijn
is God
de wereld nog niet uit
kijk naar mij zelf
inderdaad
de flapuit is een godswonder
zij lacht en giert
overal gespierd…
haar naakte schoonheid geeft
seringen langs de waterkant
een meeuw die door het luchtruim zweeft
een rijk palet aan zachte kleuren
van lentegroen tot hemelsblauw
de zeewind met haar frisse geuren
een schitterende ochtenddauw
het milde ruisen van de golven
gekwetter van een leeuwerik
kortstondig door geluk bedolven
tussen Wervershoof en Medemblik…
Een rondborstige vrouw uit Medemblik
Toonde haar fraaie bijzettafel
Aan de rugwand van haar blote navel
Sinaasappelhuid met vlezig slik
Ik verschoonde haar riante kavel
Ze lag op haar ene zij
Ik was echt geweldig blij
Met een grote washand als dubbele wafel
Wat dacht je wat ze toen zei?…
gebeld in richting Grootebroek
naar m'n lief Trijntje Zoetekoek
tuut tuut tuut tuut
hoor ik de stem van 'n meneer
'ja hier onze lieve heer
van weer ontij hartezeer
verkeer vrij parkeerbeheer
'k stoom al hier met de trein
van enkhuizen richting medemblik
en vice versa aldoor op de lijn
het regent hier van je rikke-tik-tik
met duister…
Een streepjescodepiet uit
Siddeburen,
Wiens naam hier evenwel niet doet ter zake
Die hou ik stevig klem tussen
mijn kaken,
Kwam aan in Staphorst, maakte overuren
Waarom toch koos zijn baas niet
voor Stavoren
Enkhuizen, Hoorn of Medemblik, Blokzijl
Daar wordt zijn komst gepast gevierd, in stijl
Oud hoeft geen nieuw succes meer aan te boren…